Kadernota 2016: Investeren in de kracht van Delft

Vanavond besprak de Commissie EFB de Kadernota 2016. STIP pleitte om het beetje financiële ruimte verstandig in te zetten; investeren in de kracht van Delft.

Kadernota 2016: Investeren in de kracht van Delft

Een jaar geleden hadden we een heel ander beeld van de financiële situatie van Delft. Toen spraken we over verder bezuinigen en artikel 12. Nu kunnen we zeggen dat we de weg naar boven weer gevonden hebben. Voor het eerst in lange tijd heeft Delft weer een klein beetje financiële ruimte. Die ruimte moeten we verstandig inzetten.

Belangrijk blijft nu om door te pakken en blijvend aandacht te hebben voor het financieel herstel. De stadsschuld verminderen is daarin belangrijk en een proces van lange adem. Aan de andere kant moeten we ook kijken hoe we Delft kunnen versterken. Daarvoor moeten we durven investeren. Durven keuzes te maken om op korte, maar ook lange termijn, kansen te pakken. En die kansen zijn er, zoals de commissie Deetman ook heeft aangegeven in haar rapport.

"Voor het eerst in lange tijd heeft Delft weer een klein beetje financiële ruimte. Die ruimte moeten we verstandig inzetten."


Een aantal kansen is op korte termijn te verzilveren en draagt bij aan het herstel van Delft. Hier moeten we niet aarzelen, maar aan de slag. Ook zijn er kansen en opgaves die een langdurige aanpak vergen en pas later rendement opleveren. Hier moeten we ons niet door laten afschrikken, maar de eerste stap durven zetten en een begin maken met deze kansen en opgaven.

Dat kan met het Parelfonds dat voorgesteld wordt. Dit is geen oneindige pot geld en het is bij lange na niet genoeg voor alle opgaves die Delft heeft, maar het is een begin. Met de inzet van de vijf ton dit jaar markeren we de weg die we de komen jaren willen volgen. De eerste plannen liggen al klaar om uitgevoerd te worden. Tegelijkertijd bevriezen we de lasten op het huidige niveau en stellen we de invoering van de hondenbelasting uit. Logische keuzes die in het belang zijn van het imago van Delft.

Uiteraard zal ook structureel aan herstel gewerkt moeten worden. En dat gaat nieuwe discussies oproepen, over verlagen van lasten, verzachten van bezuinigingen en nieuwe investeringen. Ook dan zal STIP pleiten voor het pakken van kansen en inzetten op het nog aantrekkelijker maken van Delft om te wonen, te werken en te verblijven. Dat is onderdeel van gezond worden en vraagt investeringen. Die ruimte voor investeren vindt STIP het belangrijkst, maar als er structureel ruimte beschikbaar is, zal gekeken moeten worden of en hoe het langzaamaan afbouwen van de lasten ook mogelijk is.

Op het gebied van toerisme liggen veel kansen binnen handbereik. Toerisme is goed voor de ondernemers, de levendigheid in de stad en creëert banen. Echter laten we veel kansen liggen doordat het budget tekort schiet. Een aantal van deze kansen die Deetman benoemde zijn onder andere congressen, samenwerken in de regio en de Delftse kwaliteiten meer onder de aandacht brengen. Hiervoor is marketing nodig en dit moet volgens STIP op twee manieren ingevuld worden.

De lokale basis moet versterkt en regionaal moet meer samengewerkt worden, vooral met Rotterdam en Den Haag. Allebei kost het geld. Wij zijn dan ook blij met het voorstel om geld vrij te maken voor regionale samenwerking en het samenstellen van arrangementen op lokaal niveau. STIP denkt dat dit op korte termijn een bijdrage kan leveren aan het herstel van Delft. Op lange termijn zien wij mogelijkheden in het koppelen van de toeristenbelasting aan de uitgaven voor toeristisch beleid. Ook de fysieke aanpak van belangrijke plekken in de stad, zoals het Agathaplein, kan hiermee gefinancierd worden.

"De lokale basis moet versterkt en regionaal moet meer samengewerkt worden, vooral met Rotterdam en Den Haag."


De transformatie van de stad is een opgave waar Delft zich de komende tijd hard voor moet maken. Dit geldt voor wijken als Voorhof en Buitenhof en de aansluiting van de Spoorzone daarop. De problematiek in deze wijken kan niet zomaar opgelost worden en vereist een zorgvuldige en brede aanpak met veel commitment. Jongeren in deze wijken hebben perspectief nodig en dit moet geboden worden met onderwijs en baankansen. Ook met inzet van Delft voor Elkaar en met ruimtelijke aanpassingen kan bijgedragen worden aan het ondersteunen van deze wijken.

Buitenhof en Voorhof hebben te veel woningen van lage kwaliteit en is er te weinig differentiatie in de bevolkingsopbouw. De woonvisie biedt kansen om deze wijken te transformeren, om de wijken anders op te bouwen en hierdoor de sociale problematiek aan te pakken. Hiervoor is tijd nodig, visie en geld. Ook deze opgave moet Delft niet alleen oppakken maar in samenwerking met partners, zoals de MRDH, het Rijk en vooral de woningcorporaties.

Daarnaast heeft Delft een op het eerste oog heel andere opgave, namelijk het binden van kenniswerkers aan de stad. Voor hen zijn meer betaalbare woningen nodig. Niet alleen in de nieuwe wijken, maar juist ook in de bestaande wijken die we willen gaan transformeren. Twee opgaves die we in samenhang op moeten pakken. Het is goed dat er nu geld gereserveerd wordt om hier met partners een visie op te ontwikkelen en concrete plannen voor te maken.

"De woonvisie biedt kansen om deze wijken te transformeren, om de wijken anders op te bouwen en hierdoor de sociale problematiek aan te pakken."


STIP gelooft in de economische kracht van Delft, in de meerwaarde van de aanwezige kennisinstellingen. De investeringen in QuTech, het kwantumlabatorium en in Robo Valley laten zien dat hier veel potentie zit. Daar kan de hele stad, maar ook de regio van profiteren. Dat zou Delft meer moeten uitdragen en benutten. Om te beginnen in onze eigen stad. De TU is onvoldoende zichtbaar buiten de TU-wijk en dat moet anders. Een eerste stap daarin wordt gezet met het beter faciliteren van proeftuinen binnen de gemeente. Daarnaast biedt het 175-jarig bestaan van de TU een prachtige kans om samen met de TU technologie zichtbaarder te maken in de stad. Denk aan roboteendjes in de grachten, de Nuna in de Hoven of de Waterstofauto in een lege winkeletalage. Er liggen genoeg kansen, we moeten ze echter wel benutten.

Om meer bedrijven hierheen te halen is Delft Technology Partners hard aan de slag, maar hier zien wij dat de formatie nog niet op volle kracht is. Meer inzet op DTP zal het mogelijk maken om meer bedrijven aan Delft te binden. Dit leidt tot banen op alle niveaus en dat is van belang. Banen bieden kansen en perspectief. Voor het plan arbeidsmarkt is het van belang dat het hieraan bijdraagt en de verbinding legt tussen arbeidsmarkt en onderwijs. Perspectief bieden aan alle lagen van de bevolking zal ook in onze zwakkere wijken veel bijdragen.

"Er liggen genoeg kansen, we moeten ze echter wel benutten."


Om als stad goed te functioneren, is een goede bereikbaarheid van groot belang. Dat staat onder druk door werkzaamheden in voornamelijk de Spoorzone. Op langere termijn leidt dit echter tot verbetering. Die verbetering moet er ook komen voor de laatste kilometer. Gedeeltelijk levert de Spoorzone daar een bijdrage aan, maar er moet blijvend aandacht zijn voor de koppeling van die centrale wijk aan de rest van de stad en voor de verbinding tussen stad en campus. Daarbij moeten naast de fiets en het openbaar vervoer ook innovatieve vervoersmiddelen de ruimte krijgen, zoals waar we recent bij Delft Zuid om gevraagd hebben.

Op het vlak van cultuur blijkt dat het cultuuraanbod nog niet aansluit op de behoeftes die er vanuit verschillende groepen in de stad zijn. STIP zou daar graag meer samenwerking met alle partijen in de stad zien, maar hier zullen we volgende week bij het cultuurkader uitgebreid verder over spreken.

Delft kent veel kansen, opgaves en uitdagingen. Bij lange na heb ik die niet allemaal benoemd. Wat nu het meest van belang is dat we durven te kiezen voor investeringen die bijdragen aan het verdere herstel van Delft. Dat moet op kortere termijn door in te zetten op versterking van de economie en toerisme. Een begin moet gemaakt worden voor de lange termijn, vooral op het gebied van transformatie van de woningvoorraad. Dat helpt Delft vooruit.

Door: Dorris Derksen