2500 nieuwe studentenwoningen, de oplossing?

De vraag naar studentenwoningen groeit rap. Ondertussen is er beperkte bouwruimte en nemen de tekorten in alle woonsegmenten toe. De gemeente stelt voor om flink bij te zetten op de nieuwbouwambitie van 2500 studentenwoningen, maar ook om nieuwe verkamering stop te zetten. Wat vindt STIP en wat is het effect op (toekomstige) bewoners? Lees verder.

MatthijsBalPol

   

De gemeente heeft onlangs haar eindevaluatie ‘Studentenhuisvesting in goede banen’ afgerond. Naar aanleiding van de evaluatie stelt de gemeente voor om flink bij te zetten op de nieuwbouwambitie en toenemende tekorten tegemoet te komen door 2500 studentenwoningen voor 2026 te realiseren. Een mooi aantal, vindt STIP, maar aan de andere kant wordt nieuwe verkamering geheel stopgezet, wordt woningsplitsing lastig gemaakt en wordt de hospitaregeling aangescherpt.

   

STIP & Studentenhuisvesting

Studentenhuisvesting is voor STIP een belangrijk thema. Studenten die naar Delft komen om hier te studeren hebben de stad Delft en Nederland veel te bieden. Ondertussen ligt er in de Delftse politiek ook veel druk op de huisvesting van studenten en de rol van studenten in Delft. Dit maakt het voor STIP nog belangrijker om ons in te zetten voor de Delftse student. Uiteraard ziet ook STIP dat er flinke krapte op alle segmenten op de woningmarkt is, en is de uitdaging het vinden van een goede balans. Wij houden op studentenhuisvesting vast aan de volgende uitgangspunten:

  1. Er is voldoende studentenhuisvesting: Elke student die in Delft wil wonen kan binnen redelijke tijd een woning vinden.
  2. Er is betaalbare studentenhuisvesting: Elke student die in Delft wil wonen kan een redelijk geprijsde kamer vinden.
  3. Het woonaanbod biedt een gezonde balans tussen onzelfstandige (kamer) en zelfstandige (studio) woningen: zo kunnen jongvolwassenen in een bestaand huishouden instromen, maar bieden we ook ruimte voor een eigen plek.
  4. Er is studentenhuisvesting gemengd in de wijken en de stad: studenten die hier wonen zijn Delftenaren en horen bij de stad Delft. Om de verbintenis tussen student en stad te bevorderen kunnen studenten ook in de wijken gemengd door de gehele stad wonen.

   

Eindevaluatie ‘Studentenhuisvesting in goede banen’: Wat vindt STIP?

In een notendop stelt de eindevaluatie van de gemeente dat druk op alle woonsegmenten in zo’n mate is toegenomen dat alle woonsegmenten beschermd en gereguleerd dienen te worden.

STIP is kritisch op delen van de evaluatie en de maatregelen daarin voorgesteld. “Het versterken van de nieuwbouwambitie door binnen enkele jaren 2500 nieuwe studentenwoningen bij te bouwen is een hele goede stap die wij zeer positief vinden. Daarbij blijven we wel scherp op de betaalbaarheid, de balans tussen studentenkamers en studio’s, en de locatie. Wij vinden het belangrijk dat de Delftse student ook als Delftenaar onder de Delftenaren kan wonen. Alleen zo bereiken we de verbonden stad die we willen zijn.” Aldus fractievoorzitter Matthijs Gouwerok. Over de aanscherpingen die worden voorgesteld reageert Gouwerok: “Voor nu hebben wij vooral veel kritische vragen. Als ik het stuk lees, mis ik de noodzaak voor de aanscherpingen. Verkamering is in de afgelopen jaren op één hand te tellen.”

De grootste wijzigingen uit de evaluatie worden hieronder puntsgewijs samengevat met een eerste inhoudelijke reactie van STIP.

  • 2500 nieuwe studentenwoningen

Delft gaat zich in de Taskforce Studentenhuisvesting (overleg met DUWO e.a.) inzetten voor 2500 nieuwe studentenwoningen tot 2026. Dit aantal komt overeen met het minimale aantal te verwachten tekort in 2026.
STIP is tevreden met de ambitie om voldoende bij te bouwen. Met de groei van de TU Delft neemt ook het tekort in studentenwoningen sterk toe. Wel blijft voor STIP nog een belangrijke vraag op welke termijn de woningen er ook echt staan, en waar deze staan. Er worden ook afspraken met de regio gemaakt. Goed als de regio helpt, maar STIP vindt het belangrijk dat Delft haar verantwoordelijkheid blijft nemen om het merendeel in eigen gemeente te realiseren. De studenten studeren in Delft, en Delft heeft profijt bij de universiteit en haar studenten.

  • Nieuwe verkamering wordt onmogelijk

Er worden geen nieuwe vergunning voor verkamering afgegeven, nieuwe verkamering wordt onmogelijk.
STIP vindt het belangrijk dat studenten die in Delft wonen ook in Delft een leven kunnen opbouwen en zich met Delft verbonden kunnen voelen en Delft met hen. Daarvoor is het volgens STIP belangrijk dat studenten ook onder de Delftenaren kunnen wonen. Aangezien het aantal verkamerde panden de afgelopen jaren is afgenomen zien wij geen noodzaak tot aanscherping.

  • Woningvorming wordt streng gereguleerd

Er wordt een vergunning ingevoerd op woningvorming waarmee een woning alleen nog ‘gesplitst’ mag worden als deze groter is dan 180 m2 en de uiteindelijke wooneenheden groter dan 40 m2. Hier was voorheen geen vergunning voor, woningvorming wordt streng gereguleerd.
STIP is bij deze aanscherping vooral verbaasd. Op de specifiek genoemde grenzen van 180 m2 en 40 m2 wordt in de evaluatie geen harde onderbouwing gegeven. STIP begrijpt dat een vergunning op woningvorming wenselijk kan zijn, maar de hoge grens van 180 m2 maakt de vergunning praktisch een verbod. Tevens wordt in de evaluatie zonder verder onderbouwing geconcludeerd dat woningen onder 40 m2 niet als volwaardige woning kunnen worden gezien. Dit terwijl STIP menig eenpersoonshuishoudens hoort die met veel woongenot in studio’s kleiner dan 40 m2 wonen. Wat bij STIP de verbazing versterkt is dat de eindevaluatie de vraag naar eenpersoonshuishoudens als hardst stijgend bestempeld, deze beperking is daarmee niet in lijn.

  • Met drie volwassenen een bestaande reguliere woning huren wordt onmogelijk

De inwoningsregel wordt aangescherpt. Met de aanscherping mag een hoofdhuurder een deel van de woning aan max. één andere persoon onderverhuren, waar dit voorheen tot twee personen mocht. Met drie volwassenen een bestaande reguliere woning huren wordt onmogelijk.
STIP ziet de vraag naar woningdelen enorm toenemen en ziet veel kansen om het woningtekort tegen te gaan door woningdelen te stimuleren. Denk hierbij aan starters die na hun studie met elkaar een woning delen tijdens de beginjaren van hun carrière. Of ouderen die met elkaar of door een jongvolwassene in huis te nemen door het delen van een woning langer zonder zorg thuis kunnen blijven wonen. Maar ook drie studenten die gezamenlijk als kleinschalig huishouden in een regulier huis willen wonen. Verschillende voorbeelden die STIP als wenselijk ziet richting een drukker wordend Delft. Dat dit louter misbruikt zou worden ziet STIP niet terug in de resultaten van de onderzoeken.

Concluderend is STIP tevreden met de ambitie meer nieuwbouw te realiseren. De overige aanscherpingen vindt STIP echter (te) hard ingestoken. STIP ziet een balans voor zich waarbij nieuwe kleinschalige studentenhuisvesting in de wijken mogelijk blijft zonder andere woonsegmenten onder grote druk te brengen. STIP zal zich blijven inzetten om te waarborgen dat studentenhuisvesting in Delft voor alle Delftenaren in goede banen wordt geleid.

   

Verdere traject

In 2017 is de omzettingsvergunning ingevoerd, waarbij verkamering mogelijk bleef onder een WOZ-waarde van 265.000 euro. In 2019 is de omzettingsvergunning tussentijds geëvalueerd, waarbij o.a. nieuwe vergunningen op naam i.p.v. adres werden gezet. Nu is de eindevaluatie gereed waarin de aanpassingen, zoals in dit artikel beschreven, worden voorgesteld. Deze evaluatie wordt de komende maanden aan de stad voorgelegd en met verschillende studenten- en belangenverenigingen besproken. In oktober zal het debat in de gemeenteraad plaatsvinden.

   

Wat vind jij ervan? Wat vind je van de voorgestelde aanpassingen? Of van de standpunten van STIP? Laat van je horen!

Neem contact op met Matthijs Gouwerok. Matthijs gaat graag met je in gesprek.

   

Wat we er eerder over schreven: