Algemene Beschouwingen: 'Gezicht op Delft'

Een belangrijk jaarlijks terugkerend politiek moment is donderdag in de raad besproken: de Algemene Beschouwingen. Benieuwd wat STIP heeft gezegd? Lees hieronder verder.

b748cb38963f1162792c31d09048cf6781fdb3fd 5d0bca88b9f08.blog-large

Algemene Politieke Beschouwingen van STIP, zoals uitgesproken door Matthijs Gouwerok. Het gesproken woord telt. Voorzitter,

"Stap in de gouden eeuw."

Zo luidt het motto dit jaar voor Delft. We blikken samen met ondernemers, culturele instellingen en inwoners terug op een belangrijke eeuw uit de Nederlandse geschiedenis. Het Delfts Blauw, Johannes Vermeer, Pieter de Hooch, Antoni van Leeuwenhoek, en nog vele anderen van Delftse bodem worden tot vandaag de dag internationaal geroemd.

Zo schilderde Johannes Vermeer in de vroege ochtendzon van begin mei 1660, vanuit een bovenhuis aan de Schie, één van zijn bekendste schilderijen: Gezicht op Delft. Een stadsgezicht van zijn thuisstad in bloei.

Vandaag, zo'n 360 jaar later is Delft gegroeid en veranderd, maar de economie, creativiteit en wetenschap bruist hier nog steeds.

En het gezicht op Delft van morgen?

Dat hebben wij gezamenlijk vandaag in de hand. Voor STIP is het helder. We zetten nu in op een toekomstbestendige stad, zodat het gezicht op Delft straks duurzaam, bereikbaar en levendig is.

Een Delft wat zich duurzaam ontwikkelt, waar men zich makkelijk verplaatst en waar men fijn woont, werkt en leeft.

Voorzitter,

Een modern zicht op Delft is een duurzaam Delft.

Het klimaat verandert, warmterecords worden gebroken en ook hier in Delft zullen de effecten significant zijn. Temperatuurstijging, droogte en meer extreme neerslag zullen ook Delft niet bespaard blijven. Onze levensstijl en de daarbij komende uitstoot van broeikasgassen heeft onbetwist een versnellende factor op die klimaatverandering. Dat geeft ons een verantwoordelijkheid, en die verantwoordelijkheid wordt gelukkig breed gedragen. Zo zijn voor de gemeente Delft ambitieuze doelen gezet. STIP kijkt uit naar het warmteplan en het energieloket, maar als we de doelen rond het verminderen van onze CO2-uitstoot daadwerkelijk willen behalen, dan zullen we meer moeten doen dan nu.

Voor STIP wordt 2020 daarnaast een jaar om nog meer te gaan doen, en zo ook met meer budget voor duurzaamheid. Geef als gemeente het goede voorbeeld en faciliteer zoals bij Deelstroom Delft, en stimuleer door in te zetten op duurzaam vervoer, zoals de fiets. Laten we ons naast de welwillende en vermogende inwoner, ook richten op hoe we de inwoner met een kleine portemonnee meekrijgen zonder een zware last van investeringen op te leggen. In andere gemeenten zien wij hier mooie voorbeelden van, zoals de energiebank in onder andere Rotterdam en het woningabonnement in Overijssel. Denk aan creatieve manieren om duurzaamheid te stimuleren, waarbij maatregelen besparend kunnen zijn, zowel in energie als in kosten, een win-win!

Zoals ik net zei, de effecten van klimaatverandering zullen ondanks al onze inzet ook hier in Delft zichtbaar zijn. Met de klimaatadaptatiestrategie is ook daarvoor een ambitie neergezet. De raad heeft deze unaniem versterkt met een motie om snel concrete stappen te zetten. Met de juiste inzet houden we de komende jaren onze voeten droog, en het gras groen.

Voorzitter,

Een modern zicht op Delft heeft toegankelijke straten en is goed bereikbaar, via mobiliteit die niet vervuilt.

Meer en meer mensen willen zich verplaatsen naar en binnen Delft. Om effectief gebruik te maken van onze beperkte openbare ruimte, zal die anders ingericht moeten worden. Nu en in de toekomst. Waar vroeger de Markt een parkeerplaats was voor auto's, is het tegenwoordig een levendige plek met evenementen, terrassen en winkels. Deze transitie ziet STIP graag breder in de stad. Goede ov-verbindingen, deelvervoer en prioriteit voor voetganger en fietser vormt voor STIP daarbij de basis. Zo houden we de openbare ruimte toegankelijk, levendig en uitstootvrij.

Zo kijkt STIP vol aandacht uit naar het mobiliteitsplan. Dat zal hét document moeten zijn wat deze belangrijke transitie gaat inzetten. En wat STIP betreft staat daarin hoe we de fiets hét centrale vervoersmiddel van Delft gaan maken. De fiets is klein in opslag, flexibel en gezond. Ideaal voor een compacte stad als Delft.

Uiteraard, wel op de juiste manier. Voor STIP is dat: aantrekkelijke fietsverbindingen, voorrang en ruimte voor een goede doorstroom, en voldoende kwalitatieve stallingen, zodat de geparkeerde fiets nabij is, maar geen belemmering vormt.

Voor de binnenstad kijken wij uit naar de verdere uitrol van het autoluwe gebied. Voor STIP is de richting om in te zetten helder: maak de grachten weer een leefomgeving en een ontmoetingsplek. Ruimte voor langzaam verkeer, groen en recreatie.

De bus uit de binnenstad is een geweldige stap in het aantrekkelijker maken van de entree van de binnenstad, en de luchtkwaliteit.

Nu resteert ons nog de ruimtelijke entree. Een onderwerp waar de samenwerking binnen SCMD al lang op loopt, en wij graag mee doorgaan. We zien graag dat het college in 2020 hier in ieder geval een eerste stap in zet.

Voorzitter,

In een modern zicht op Delft ziet STIP een Delft waar men fijn woont, werkt en leeft. Een divers Delft, met gemengde wijken, waar alle groepen in de stad elkaar ontmoeten.

Voor STIP is 2020 een jaar waarin we verder gaan met het bijbouwen van voldoende en diverse woningen, waarbij vooral schaarse woningen onze aandacht verdienen. Daar loopt de druk inmiddels zo hoog op dat noodgedwongen andere segmenten ook onder druk komen te staan.

Om voldoende woningen te realiseren gaan we wat STIP betreft bij nieuwe ontwikkelingen de hoogte in. Met daarbij een levendige plint met voorzieningen, en daartussenin een groene openbare ruimte en ruimte voor bedrijven. Want tussen de woningen en de levendige plint wordt ook gewerkt. Werk en wonen in één wijk. De scale-ups uit de kenniseconomie en daarnaast ook zeker toerisme leveren banen voor Delft op alle niveaus. De rol van de gemeente is daarbij wat STIP betreft stimuleren, bijvoorbeeld door het samenbrengen van partijen. De aanpak rondom Fieldlabs, zoals Robohouse en Green Village, daar geloven wij in. Daarmee maken wij Delft aantrekkelijk voor bedrijven, en laten we kennis die hier wordt ontwikkeld ook echt zien in de stad.

Maar als een bedrijf dan iets groter wordt vinden ze op dit moment vaak geen plek in Delft. Terwijl ze juist dan nog meer waarde gaan opleveren voor de stad. Wat ons betreft zetten we daar dus ook echt stappen in 2020. We zien grote mogelijkheden in Schieoevers, kijken uit naar de realisatie van nieuwe doorgroeigebouwen, en zijn heel benieuwd hoe de DSM-campus zich verder gaat ontwikkelen.

Toch zal dat niet voldoende zijn. We moeten echt heel gericht kijken waar we in de stad nog ruimte hebben, met tegelijkertijd die woningbouw-ambitie die ik net noemde in het achterhoofd.

Naast wonen en werken, is Delft ook om in te leven.

Versterk het cultureel aanbod, ondersteun meer evenementen. Zo houden we de wijken levendig. We lezen dat gelukkig ook in de kaderbrief. Onder andere op het gebied van popmuziek, zodat de muzikale Delftenaar binnen hun eigen Delft zijn of haar podiumkunsten kan tonen en ontwikkelen. En wat STIP daarbij in het bijzonder belangrijk vindt, is cultuur voor alle Delftenaren. Zorg dat de culturele instellingen in het centrum juist een breed publiek trekken, maar breng cultuur ook echt naar de wijken, door sterke culturele ontmoetingsplekken verspreid in de stad.

Ondertussen houden we Delft gezond en zelfredzaam met een volgende stap in de transitie van het sociaal domein, dat wat STIP betreft met nog meer inzet op preventie en innovatie de kosten onder controle weet te houden. Denk hierbij aan goede voorlichting op scholen, over geldzaken en verslaving, maar ook aan het aantrekkelijk maken van sport door middel van goede en toegankelijke faciliteiten. Door vroegtijdig te reageren op signalen voorkomen we escalerende problemen. Denk aan de jeugdzorg, waar we door preventie en maatwerk minder kinderen in de zware zorg krijgen. Maar het gaat ook op voor onze schuldhulpverlening, met goede projecten als meldpunt EMMA en het jongerenperspectieffonds. Daarbij is werk het allerbeste medicijn om uit armoede te komen. Het geeft voldoening en een rol in de maatschappij, met een positieve sociale controle van collega's. We hopen dat mooie samenwerkingen met ook Delftse bedrijven en Werkse! uitgebreid kunnen worden.

Voorzitter, tot slot,

De stad groeit. Het aantal woningen en banen neemt toe, maar de ruimte waarin alles plaatsvindt blijft beperkt. Voor STIP zit het antwoord in een frisse blik op hoe Delftenaren zich door de stad verplaatsen, in de stad verblijven en in de stad leven. Een toekomstbestendige visie op mobiliteit en wonen, aangevuld met banen in een innovatieve economie en een levendige stad. Uiteraard met een sterke inzet op duurzaamheid, zodat Delft er niet alleen voor de huidige bewoners, maar ook voor de volgende generatie is.

Want dat is wat STIP betreft hét Gezicht op Delft: een toekomstbestendige stad, waar men vandaag en morgen prettig woont, werkt, studeert en leeft.

Dank u wel.